Al die communicatiespecialisten

Hadden ze maar een vak moeten leren. Techniek bijvoorbeeld. Dat is de teneur van berichten over de arbeidsmarktkansen en inkomensverwachting van journalisten, tekstschrijvers, redacteurs, kortom: communicatiespecialisten. Zo ook bij Bastiaan Bommeljé in NRC van zaterdag 2 februari. 40.000 jonge communicatiespecialisten verdringen zich, schat hij. En de oude(re) zijn niet eens allemaal aan het werk.

Te veel aanbod dus. Bovendien gaan potentiële werk- of opdrachtgevers in crisistijd doe-het-zelven. Bezuinigen op het communicatiebudget lijkt relatief gemakkelijk. Organisaties kennen het eigen productaanbod en betalen medewerkers die in deze slappe tijd te weinig omhanden hebben. Die willen best een stukkie schrijven om hun positie veilig te stellen. En sommigen kunnen dat ook. Voor hun werkgever een aantrekkelijke optie, zeker als uitbesteden taboe is.

Communicatie is ongekend populair - in de oude betekenis zelfs: 'des volks'. De tv, computer, tablet en smartphone zijn voor heel veel mensen 'de samenleving'. Bron van informatie, van vermaak en sociale contacten. Dus als communiceren zo gewoon is, heb je daar geen deskundigen bij nodig. Toch? Of: hoe meer communicatie, hoe meer behoefte aan strategie, selectie en stroomlijning? Beleid? IV-ketens? Dat kunnen die communicatiespecialisten. En meer.

Bekijk het eens zo. Wie 'in de communicatie' wil, is nieuwsgierig en geneigd tot contacten. Heeft de oren en ogen open voor de wereld. Is opgeleid om zich aan te passen aan missies, beleidsdoelen en imago's van opdrachtgevers. Aan deadlines, lage tarieven en vakvreemde bijkomende werkzaamheden. Erop voorbereid zijn/haar best te moeten doen om aan het werk te blijven. Bovendien verrijkt iedere opdracht of taak de communicatiespecialist met nieuwe ervaringen en inhoudelijke kennis. Terwijl hij/zij opgeleid is om die over te brengen.

Dus als opdrachtgevers en werkgevers nu eens de zeer gemotiveerde, flexibele en breed ontwikkelde mens achter de communicatiespecialist zouden zien? Zet die aan het werk. Wie weet knapt de organisatie ervan op.