Uitspraak op bezwaar
Een tijdje terug heeft de Belastingdienst laten weten dat je meer moet betalen dan verwacht. Dat was een tegenvaller waar je je niet zo gemakkelijk bij kon neerleggen. Na overleg met mensen die er verstand van hebben, besluit je bezwaar te maken. Je schrijft zo goed mogelijk op waarom je vindt dat de Belastingdienst het verkeerd ziet. Je doet je brief op tijd op de post. En dan begint het wachten. Je hebt goede hoop.
Veel later dan verwacht valt de beslissing in de bus. Het gaat om je geld, dus je voelt een klem om je hart. Je begint te lezen … en je wordt boos.
Wat maakt jou als lezer boos? Er zijn minstens drie frustraties die de brief kan oproepen:
- De briefschrijver gaat helemaal niet in op wat jij geschreven hebt. Je krijgt precies hetzelfde te horen als toen je met de belastingdienstmedewerker sprak of in eerdere brieven. Alleen moeilijker verwoord.
- De brief is lang. Je kunt niet vinden wat de beslissing is en waarom die zo is. Er staat heel veel in wat volgens jou niets te maken heeft met jouw brief of jouw argumenten.
- De taal is moeilijk voor je. Je voelt je dom. Je herkent je eigen situatie niet eens. Waar uitgelegd moet worden waarom de Belastingdienst vindt dat hij gelijk heeft, staat een stuk uit de wet. De zinnen zijn lang en er staan woorden in die je zou moeten opzoeken.
Overdreven? Natuurlijk. Maar als bezwaarbehandelaar doe je er goed aan, je te realiseren dat je schrijft aan een hoopvol mens, of die nu veel of weinig geld heeft, een bedrijf, een IB-aftrekpost of wat zonnepanelen.
En als je die 'belastingplichtige' blij gaat maken, dan maakt het niet uit wat je schrijft. Als je maar niet te lang wacht met het goede nieuws.
Maar als je de lezer moet teleurstellen, probeer dan precies genoeg informatie te geven, netjes geordend en leesbaar verwoord. En laat jezelf ook zien als mens. Een mens die zijn werk zo goed mogelijk doet.
Tags: schrijven, communicatie, argumenteren, helder en bondig, juridisch, uitspraak, gewonemensentaal