Effectief schrijven in de juridische praktijk
Juist omdat juristen het moeilijkst zijn over te halen tot helder en bondig, staan er bij mij wel tien boeken over juridisch schrijven in de kast. Geen van die boeken schrijft voor dat de taal van een juridische brief, beschikking, verweerschrift, uitspraak op bezwaar moet lijken op die van de wet. Toch proberen juristen dat. Sterker nog: ze vertellen mij dat het niet anders kan.
Maar het kan anders. André Verburg, staatsraad, weet dat. Geerke van der Bruggen, die daar uitgebreid onderzoek naar deed, weet dat. De Hoge Raad weet dat. En rampen als de toeslagenaffaire tonen het aan: als je je boodschap niet overbrengt van mens tot mens, gebeuren er ongelukken.
Dus als jij ook juridische teksten schrijft, wordt het tijd je te bekwamen in helder en bondig. Hoe je dat precies doet zonder je rol en de juridische houdbaarheid los te laten, lees en leer je in een praktijkgerichte training met aandacht voor jouw eigen teksten. Tweede beste keus is het boek Effectief schrijven in de juridische praktijk – vind ik.
Een paar aandachtspunten. Citeer de wet niet: parafraseer in gewonemensentaal. Neem alleen relevante feiten op en zet die bij elkaar, in een logische volgorde. Zorg dat je argumentatie transparant en volledig is: rechtsvraag, toetsing en conclusie. Vergeet de argumenten van de andere partij niet. En formuleer eigentijds, neutraal en verzorgd.
Joost Swanborn leidt je stap voor stap naar je doel: een juridische tekst die wèl communiceert.
ISBN 978 90 469 0740 5
Tags: schrijven, communicatie, praktijk, argumenteren, helder en bondig, juridisch, uitspraak